Monday, March 30, 2009

in a station of the metro revisited

Ezra zag hen als bloemblaadjes op een natte, zwarte bast
maar in mijn ogen zijn ze dat lof niet waard
wij scharrelen in dezelfde kennel
en als de metro in de tunnel duikt
blijven ze zonder wortels bewegingloos verdwijnen

Pounding buffel ik verder door deze tunnel
gevangen in een natte, zwarte bast beweeg ik onvast door deze schacht
ik buffel tot ik pas
als de deuren bijna sluiten
ik hoor haar al komen
mij terug trek

op de iconen staan geen helden
vluchten vleesloze mannetjes naar een uitweg
bebaarde bijna bejaarden slapen op bankjes
als was deze buis hun huis
blijven ze zonder wortels bewegingloos verdwijnen

bovenaan de roltrap hapt een los lopende hond naar mijn kruis
niemand houdt hem aan de lijn
niemand om hem dat te beletten
ook de iconen niet
Hitler is een hond en Ghandi is een hond
monddood maakt een gareel
in een metro van angst
dendert het metrum over een rail

en mijn broer is een hond
en mijn dochter is een hond
iconen zijn symbolen en ze ketenen ons als honden
in een systeem van bewegingloos blijven

en helden zijn honden, van vlees
als we toch maar eens konden
ontsnappen langs roltrappen die leidden naar regen
en daar bewegingloos blijven

mijn handen zijn honden die tranen weglikken
en onvast aan een lijn hangen
aan de armen van hun baas
aan op hol geslagen bevelen

als wij honden zijn
dan mogen wij negeren
en onze klauwen bot krabben
aan een natte, zwarte bast

Thursday, March 12, 2009

Het is de laatste dag

Vandaag – de eerste dag

Komt eraan – morgen

Gisteren is nog bezig voor ontaarde nachtbrakers


De stad bestaat

Tussen de huizen en

Straten vervagen rijmplekken

Alle mensen roken ondanks slibgevaar


Bij vandaag hoort er een gezicht

Morgen ook trouwens

Dan peuter ik het tussen

De plooien en wallen en rijmplekken

Van mijn gedicht


Dit ogenblik zal bevriezen

Met de ratten in de riolen

Die stad bestaat

Gescheurd geschenkpapier

Tussen oud en nieuw

Toen we net tweedehands waren


Naar het uur nul toe

Zullen we klunen

Tussen geslepen woorden schaatsen

Ook dan zal weer een vader de gaskraan opendraaien

Ondanks de crisis, dat slibgevaar


Zijn kinderen zullen niet meer ontdooien bij koud vuurwerk

Op een wit woordveld vol slipgevaar

Zal hij huilen dat het leven lief is, dat

Ondanks de mensen, de stad bestaat