fakeboek
Jouw profiel vol poezenfoto’s
En comments zonder content
Je mozaïek van vriendjes en vriendinnetjes
Ziek word ik daarvan
Ik vind veel te veel
Vroeger zou ik het je gevraagd hebben
Of jij zou het me vertellen
Als ik maar lang genoeg luisterde
Ik breek binnen bij jou, mooie foto
Ik vraag me af of jij het wel bent
Op die marktplaats van je gelaat
Iedereen komt er opbieden
Tegen de tv-sterren op
Ik ben een marktkraker
Ik ruik, pak vast en ding nooit af
Op mijn verwaande egotrip
Vol navelstaarderij
Zal Chez Henri volgende week ook nog bestaan?
Ik heb namelijk net een geweldige boeking aangegaan
Hoewel later op de avond drinks nog geweldiger zou zijn?
Jij en je prozaïsche vraagtekens azen
Op mijn enigmatische mij
Ik geef het je op een bierkaartje
Het geweldigst zijn rozen van nachtelijke bloemenventers
Donderdag dan, na al dat geweld,
Welkom in mijn oase vol hommelbier
Jouw profiel vol poezenfoto’s
De karige diagnose van een onderzoeker
Is bij voorbaat aan het dwangmatige blootgesteld
Kadaver als voer voor taalarcheologen
Trekt zijn pyjama aan
En gaat slapen
‘drinken?’
Viel haar vraagwoord als een argeloze hamer
In mijn ongezonde geneuzel van honger, vaak
Te moe om nog te willen weten
Een suf ‘schrijven’
Rafelde ik uit mijn leeg gelegen amalgaam van een bestaan
Te lastig om te leven
Het is kouder geworden in de vingerhoeden
Van mijn spreken – alleen wonen
Is in staat zonder ophouden
Af te breken aan mijn geweten vol eelt
Als een huilend meisje in een auto
Op een lege parking in de regen
Zo stel ik me je voor, liefde
En dan binnenkomen
Doorweekt en druppelsgewijs, altijd opnieuw
Ik ben mezelf te hevig
Uit het oog verloren