Tuesday, January 24, 2006

buiten is het polen #16

Kriejk-kriejk-kriejk. Ik heb mijn hoofd ontkurkt. De stop tussenin mijn beide fontanellen gespiest op de houten spiraal van mijn potlood. Het hoofd dient af en toe gelucht te worden, zoals de trotters hun muffe kleren uit hun kleine huisjes halen en er de luchtjes uit laten. Teveel van dezelfde letters doen de cerebrale verbindingen tilt slaan. Alhoewel, het duurt een tijdje vooraleer je met zesentwintig de eindig combinatorische verzameling gevuld krijgt. Als als dan is associativiteit. I was walking, would stand a bit, and then walk again. Kriejk-kriejk-kriejk. Nieuwe schoenen tjerpen.

Ik vertoon het symptoom van ‘leven’. Ik lijd aan die vreselijke ziekte. Het voortdurend niet onder woorden kunnen brengen van alleen maar die dingen die ik zou willen zeggen. Ik heb pijn. Je schrijft zinnen met balpennen die al na een woord of twee leeggelopen zijn, letterlijk leeggezogen. Je schrijft aan zinnen die nooit aankomen. Is dat het dan? Telkens een beetje meer een beetje beter leren definiëren wat je vooral niet wil doen? Met de bagger ook meteen de baby wegzuigen? Zijn mijn jaren te vatten in een eenvoudig wegwerpgebaar? Eenvoudigweg werpgebaar? Ik leef in een olympische discipline. Ik heb pijn. Geef mij doping.

Een kindermond spreekt de waarheid. Wat uit een kindermond komt, kwam erin langs kinderoren en –ogen – niet langs een gat tussenin de fontanellen. Dus grote mensen liegen zo erg nog niet als ze de waarheid spreken. Wat is die kurk dan die als schaslik op mijn potlood prikt, en van waaruit droppen blauwe wijn verinkten in het wit? [is dat ‘verzwinden’ in het niet?]

Als spottende trotter plaats ik mijn kurkentrekker op elke morzel grond die mijn botten bewandelen, op elke borst die mijn ogen betasten. I was walking, would withstand a tit, and then walk again. Mijn zinnen verluchten en verzuchten uit ontkurkte bottels. Het is niet de taak van de spotter wijn met een zeef te schenken. Het is zijn plicht voluptueus te gieten, ook al is er kurk, ook al is de afdronk bitter en wrang. Wring je tong dan maar in ongekende bochten. Hou zou de spotter van de spotter anders verdomd dronken worden?

Ik kan zeggen dat Polen van een goed jaar is. Toch ben ik niet de sommelier die wit wit en rood rood noemt. Kurk is voor mij niet verfoeilijk. Kurk is voor mij een elementair deel. Ik bewaar mijn kurken rond mijn potloden als handbeschermers rond oude degens. In mijn zinnen tier ik ‘en garde’ en duelleer met al wie zweert bij een bordeaux uit drieëntachtig. Ik ben dan ook geen wijnkenner. In Polen drink ik pivo uit een bottel. Kroonkurken kun je niet zo makkelijk doorboren.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home