Statcounter

Monday, January 16, 2006

buiten is het polen #14

Het klimmen bezwaart me niet als klimmen. Het is alsof iets me tilt. Alsof aan de binnenkant gekietelde testikels mijn lichaam dat zijn gevoel voor evenwicht in het noorden kwijtgeraakt was, omhoogdrukken. Op ivoren torens en balkonnen van stand is mijn onderbuik volledig van slag maar in de bergen overkomt dit mij niet. Dan ben ik als een wild paard in de steppe dat briesend op zijn buik op het gemarmerd Pools gebergte omhoog duikt.
Nadat ik onderweg mezelf tegengekomen ben en mezelf voorbijgestoken heb op de top, ben ik buiten mezelf van mezelf. Ik hoor Ines van tussen het wufte, groene lover het toppunt van haar leven uitkramen. Even later staat ze stralend naast mij op de top. Tussen enkele kuchjes door kreunt ze “zware klim”, waarna ze gelukzalig glimlacht. Lieve, oude vrouwtjes dansen samen met ons Tatraanse vreugdepassen.

[INFORMATIE: I’m sitting on top of a hill. Of eigenlijk
niet. Beter zou zijn, on top of a mountain. Kasprowy Wierch,
negentienhonderdzevenentachtig meter hoog. Straks klim ik verder naar 2096m.
Klimmen is afzien, lijden, het sap uit je kloten willen persen of voelen
kruipen, maar niet kunnen. Alsof iemand aan de binnenkant van je testikels zit
te kittelen, en je er niet bij kunt om te krabben. Maar de voldoening als je
hier bovenkomt, even aan de bel kunt trekken, schenkt je het gevoel Tarzan
of king kong, en misschien zelfs King George te zijn. Spuit verder dan je
spitantste orgasme.
Ik zag eens op tv een reportage over een vrouw die
de Iron Man op Hawaï trachtte te voltooien. Op honderd meter lag ze nog
voorop, als eerste vrouw, met haar broek vol stront. Kruipen als een dier op
handen en knieën. Kronkelen als een spast. Controle over armen en benen was
verdwenen. Dat kwam omdat ze zo weinig zuurstof in de hersenen had, dat ze kroop
op automatische mens. Terwijl alle camera’s op haar on-menselijke (ontmensende?)
prestaties gericht waren, snelde een tweede vrouw voorbij een amateuristisch
oog.
Zo voelen de laatste vijtftig meter van een berg. De laatste
loodjes. Clichés zijn niet zomaar lege zinsnedes of holle letters, als je
eenmaal tegen de lamp van een cliché loopt, erken en herken je de waarheid
ervan.
De mountaintop bereiken is zoals slagen voor een examen, als tot
krijger geslagen worden in je stam. Voldoening?
En dan pijlsnel
nicotine door al die vers aangemaakte rode bloedlichaampjes voelen stromen tot
in de verste uithoeken van je afgepeigerd lijf. Straffer dan de vetste
joint.
Jouw berg bedwingen is evengoed als een berg verzetten; is even
goed een berg verzetten. Dan heb ik het niet over aanzien afdwingen, geld
verdienen, wijven neuken of neusspray innemen, maar over die kop of dat hoofd op
je eigen lijf. Eigendunk, heet dat denk ik. Ik neurie stilletjes mee met Mister
Newman: It is lonely at the top.]

Als ik het mij ooit zou kunnen veroorloven, in de zin van voldoende lef hebben, om mijn thuis te verlaten en eigenhandig een huis op te trekken, dan gebeurde dat in onbuigbaar bergenhout boven de boomgrens. Dan was ik de bevolkende paradox van een onherbergzaam land. Aan ruige rotsblokken zou ik mijn vingers slijpen, woorden zou ik grijpen in de verdovende wolken droge mist die zich omhoogdrukken tegen de bergflanken. Hopen schroot en stukken vast gesteente als visioen of profetie onleesbaar geworden , afgestompt door de vallen en trappen van bergschoenen en onherbruikbare bottels bronwater.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home