Thursday, January 12, 2006

buiten is het polen #13

“ Een schrijver begrijpt zijn beste lezer zoals hij zichzelf verstaat, dus volledig, en eigenlijk ook helemaal niet, maar dat is een andere zaak. Laat ik je misschien eerst maar eens vertellen wat ik hier uitvreet als meneer de beer, want dat is zonder twijfel je volgende prangende vraag.” Ik hoef zelfs niet te knikken.
“ Toen in 1939 ik zogezegd mezelf voor mijn harses geschoten had, dan was dat niet echt. Maar je weet niet, of wel, hoe ‘achterlijk’ mensen wel niet kunnen zijn. Nog simpeler dan duiven.” Hij knipoogt door de zak die hij inmiddels alweer op zijn hoofd gezet had.
“ Ik ben toen de bergen ingevlucht, voor het naderende gevaar, getooid alleen met een huid van beer. Op een steenworp hiervandaan heb ik dan een put gegraven, de beerput, waarin ik in zes jaar niets anders gedaan heb dan mijn berenhuid looien. Met een natuurlijke fond de teint, de beer uit mijn beer, ofte de stront uit mijn gat.” Wij lachen samen eens hartelijk. “ Dat doen echte beren namelijk ook, waardoor die stereotype vliegen in aureole wolken rond de beren zwermen. Je zou nog versteld van wat je van beren leren kan.”
“ Maar waarom ben je gestopt met schrijven, lieve lieve Witkácy. Ik bedoel, ik was laatst in Oswiecim. Als ik bedenk hoe jij dat had kunnen opkroppen, herkauwen en tenslotte uitspuwen met je gal van pennen. Vuile vand...”
“ Het is niet voor mogelijk te houden hoezeer het een ‘schrijver’ (schorem) frustreert dat men zijn werk niet leest, maar gewoon zo als sieraadje in de bibliotheek houdt. Bejubeld als bestofte juwelen van de gravin, die te hangende borsten heeft voor diepe décolletés. Je hangt als een God in de hemel boven je wereld die onbewoond is omdat niemand er de toegang naar vindt. En over Oswiecim. Ik ben er geweest, naakt vermomd met mijn Zakopane broodzak. Ook ik was een teerhartig, oud dametje.”
“ Wat vreet je nu dan zoal uit, lieve Witkievit van me?”
“ Ik ben de doldraaiende attractie van deze hollebolleweg, kleine lieverd. Voor slechts tien zloty laat ik leergierige snottertrotters ervaren hoe het smaakt een met stront besmeurde berenpik in hun eigen kleine, fijne kakgaatje te voelen woelen. Met de zloty’s veeg ik propertjes hun bebloede poepjes schoon, en brul luid. In geen tijd bereiken ze de top. Wil jij eens rijden? It’s on me.”
“ Bedankt meester Stanislaw voor het onwaarschijnlijke aanbod maar ik laat me liever penetreren door anaal gevallen zinnen en letters.” “ Al is er iets waarmee u me een dienst zou kunnen bewijzen, als compensatie voor uw lafhartige laksheid na uw zogezegde zelfmoord.”
“ Vertel het me, ongelikt beertje in speetje, lieve kleine mijn.”
“ Deze weg zal zo meteen een snoezig klein meisjemuisje opgetrot komen. Ik vraag u haar beleefd de berenbeurt van haar leven te bezorgen. Die meid is nog frigider dan de koelkast van ons oude, lieve vrouwtje, waarin wodka bevriest. Maar let op, dood haar niet, die eer is aan mijn potlood beloofd.”
“ Omdat jij me leest, kleine kakkerlak van me. Erewoord.”

0 Comments:

Post a Comment

<< Home