Friday, June 03, 2005

dode dieren #2

De rollercoaster houdt halt in de ochtend, komt pas ‘s avonds van stal. En valt in herhaling tot de ochtend.
Hiervoor, voor dit Groote Niets, was mijn rollercoaster een kusttram, en kwam op gezette tijden. Ze pikte me op vroeg in de ochtend, en als een boomerang kwam ik terug, in de pas van de goeie morgen deze dagjesmensen, en in het geslenter van de sombere avondschimmen.

Ik zette mijn stempels her en der, in essentie, goed of niet goed, daar komt het op neer. Van mensen met getergde kleuren, wie het juiste taaltje schrijft, die blijft. Dat vond ik niet mogen kunnen. Van mezelf. Beslissen in de clash van kleurig geneuzel. Zij vonden me te gortig worden en gaven me de bons. Des te beter, dacht ik bij mezelf, en bouw feestjes met geld van mijn stempels te laten zetten, op gezette tijden.

Soms nog een licht oplichtend schermpje, sms van Yacine, Abbas of Salima (sweet salima). En ochheere ochgod, dat gebezigde taaltje. Dan schildert een onzichtbare meester die zeldzame glimlach om mijn mond.

Dat zijn niet zomaar namen. De zware groeven, getekend in hun gezichten, staan in mijn geheugen gegrift, en draag ik als Mijn Sleutels, aan een touw om mijn hals. Na verloop van tijd begint dat zwaar te wegen.

Dan splijten die groeven, niet te stelpen bloedende wonden. Ik wil mijn handen wassen, maar ik heb te weinig geduld voor warm water. Koud water striemt, de spiegel kijkt me beschuldigend aan. Moord en brand wil ik schreeuwen, en aan iedereen de groeven in die namen tonen. Maar dan roept de vaat, of klopt er iemand op mijn deur. Of ik moet plots naar het café. Verlamd, niet weten met wat te beginnen, te moe om te slapen.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home