Sunday, May 29, 2005

koffie #3

Raar, zo dicht bij het eind. Ik heb wel eens gehoord van een jongen die zichzelf zou vermoorden, met allerlei drankjes en middeltjes. En net toen hij de hand aan zichzelf zou slaan, klonk er muziek door de kamer, en net dat weerhield hem ervan de handeling te volbrengen. Muziek was zijn reden.
Zij beschouwde het als laf, ik dacht dat het moeilijker was om moediger daden te verzinnen.

De lichtjes knippen aan en uit. Ze beslissen ja of nee. Ook allerhande biepjes en bliepjes, en muziek die in die saus zwemt.

En hier maar wachten. Of dat niksen is, dat weet ik niet, dat gaat boven mijn verstand. Ik voel haar hand, maar geen teken van leven, behalve de warmte die in mijn koude knijpt. Alleen nog haar warmte. Zelfs lucht ververst ze niet zelf, dat gaat niet meer vanzelf. Haar adem zijn biepjes en bliepjes en de verse muziek.

Ik vraag me af of ze nog ruikt. Zoals vroeger. Of haar speeksel nog naar haar herinnert. Naar moederkeszalf. Of ze ruikt dat ze niet meer boven de potten hangt. Maar maaltijden van karton. Ik maal de tijd, altijd.

Moederkeszalf helpt tegen alles. Choco rond de mond, bloed dat gutst uit een gapende wond, ik herhaal het, in alles blijf ik herhalen.
Vooral als melk als een snor boven mijn lippen korstte, drong haar zurige geur pas goed tot mij door.

Uit de bodem van een stoffige, oude doos stijgen geuren.
Kartonnen maaltijden ruiken muf, tijdloos.

Soms komen ze haar voederen. Ik pas daarvoor.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home