Tuesday, May 31, 2005

koffie #5

Wat een wreed oord. Het scheurt en hecht. In eigen nat weekt elke afgematte rug in deze gangen. Soms dwaal ik hier wat rond. Verdwalen in de geuren die sluipen van onder vuilwitte deuren. Op de gang mat een egale niet neutrale stank elke passant af. Smetteloze stank.

Ook zij poept in de broek. Een luier als een ei zo vol. Dat is dan maar zo; ik vraag me af of ze zou ruiken, dat ze ruikt, en de luchtververser, die ik spuit.

Tureluurs word ik daarvan, dat wachten, op gezette tijden, zet ik mij even aan de kant. In de zieke walm van de rookkamer snijd ik dikke plakken, bomen over de grens. Ik herken al eens een familiair gezicht, een kompaan bij het roken. Die grens die hier dwars door deze lange gangen doolt. De grens waarvoor je niet kiezen kunt, aan het eind, is het toch allemaal naar dezelfde kant. Alles hangt hier aan elkaar, als een rood zijden draadje.

Vreemd hoe de geuren zich opstapelen. Teveel gedronken, de babyborrel rolt van zijn tong. Ook de treurige kankerstank, van uitgevallen haren, vol gepoepte luiers.

Je kunt hier straffe koffie krijgen, als je wilt. Ze druipt hier van ieders aangezicht. Vooral in de ogen. Weinig wordt gesproken. Hier is alles gezegd, alles gezien. De ogen mijden niet, zoeken naar een spoor, sprankje hoop?

Ik hou daarvan, dat houdt mij aan de gang, op deze gang blijf ik.

Ik drink weinig koffie. Dat gaat op mijn maag drukken na verloop van tijd en hoeveelheid. Ik was altijd al meer verknocht aan de geur dan aan de smaak. Verdronk in het wolkje melk, dronk met lange tanden.
Ik keer ernaar, maar stond niet stil. In de ogen geen bittere nasmaak, enkel dat naakte op de man af. Alles smaakt tenslotte als koffie.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home