Sunday, June 12, 2005

de storm vreet aan de rest #4

Die liederlijke woordelijke wereld. En als ze verzwegen worden of onuitgesproken blijven, zijn letters pas echte fictie. Fictie in de oren van de non fictie-kenner, want hij kent dat niet. Als je knipoogt naar je held uit de boeken, zomaar, op de stoep, met het leren jasje aan uit één van je boeken, vragen de kinderen van de school naast ons of ik een junkie ben? Neen, glimlach ik beschaamd, want ze maken ook nog fuck you en fiu yitsu gebaren. Al zou ik wel gezegd willen hebben dat ik vroeger ook op fiu yitsu zat, of nee, niet dat, maar dat ik bedoelde dat, hey, ik ben ik ook nog maar een kid, en jij toch ook al een mens?
Maar ik weet wel welke code elk boek uit mijn kast draagt. Een speciaal naar mijn vinding ontworpen systeem lijmt de boeken aaneen, ook uitgeleende of verloren exemplaren. En kaften op de vensterbank krijgen erecode. De voortdurende vijftien, die wisselen naarmate de boeken bekoren. Ja jij, minuskel kind, ik ben een junk. Een nummerfreak van het laagste allooi. De protserige bezitter die zijn vingers achterlaat in smekende handgebaren op het met stof beklede wild vlees van haar hoofdkussen. Maar ik zwijg als ik dat doe.

Elk boek een cijfer en een letter die de code vormen. Eerst op de lijst, waarop titel, auteur en uitgever vermeld staan, en dan nog eens in het boek zelf, altijd op de titelpagina, de code in potlood met een eenvoudig houterig paraaf. Nog wat terugdeinzend voor het dingen toeëigenen, maar dat meert met de massa, recht evenredig met de rest.
Voorlopig zijn alle tot nu toe genoteerde codes te talrijk om over mijn hele huid verspreid getatoëerd te worden. Daarom verzamel ik ze nog in mijn huis. ‘Dit is mijn huis’ zeggen mensen vaak, ook als ze zich fysiek of mentaal niet in dat onderdakgevoel bevinden. In onze lessen taalkunde was er een voorbeeldje dat de studenten hielp het onderscheid te maken tussen onderwerp en gezegde. Het enige vaderland van de schrijver is taal. De proef is de vraag stellen, of een pseudo-gekloofde zin samenstellen. Wat is er het enige vaderland van de schrijver? De taal! Ofte: het is de tààl, die het enige vaderland van de schrijver is, en niet het enige vaderland van de schrijver, dat taal is. Want dat, omvat meer. Dit is mijn huis.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home