Tuesday, June 28, 2005

de storm vreet aan de rest #8

Ik zat boven deze bladzijden te schrijven. Ik hoorde een deur opengaan, het licht aanklikken, en voeten de trap opsloffen. Dat was de tred van de vader. Iedereen heeft een typische tred om trappen op te lopen. De moeder in een getimed ritme, als een lichte mitraillette van twaalf salvo’s. De vader met gedonder, laten horen dat hij zelfs voor deze trap gewerkt en betaald heeft.
Zonder kloppen kwam hij binnen, ook al had ik hem een uur tevoren nog gekust, slaapwel. Over mijn schouder vroeg hij me of ik nog een sigaret had? Ja, dat had ik wel. Ik vond het vervelend dat hij zich kwam mengen met H. en Hem. Of ik er nog genoeg had, vroeg hij bijna belang laten blijkend. Ja, zei ik nogmaals, nog vijf, en ik schreef dat ik er schoon genoeg van heb.
Nadat hij met mijn aansteker mijn sigaret opstak, vroeg hij met die vervelend storende sigaret tussen de lippen of dat één van mijn fameuze verhalen was? Voor de derde keer antwoordde ik ja, hij gaf me mijn aansteker, maakte ons gebaar, en donderde sloffend weg. Op een wit blad blijft de cursor onveranderd staren.
Het woord dat uit de cursor kruipt is nooit af. Ook niet als je bijvoorbeeld H. en Hem voor een tijdje in een lade opsluit. Het vergelijkbare trekken met een pen is wat dat betreft niet anders dan welke instinctieve beweging ook. Het verschil is natuurlijk dat na het laatste woord de cursor even onveranderd blijft staren als na de eerste letter. De nieuwe stille leegte is wat dat betreft niet anders dan de oude stille leegte.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home