Monday, June 20, 2005

de storm vreet aan de rest #6

Deze ochtend is de laatste in een reeks waarin dezelfde als deze eigenlijk ook de eerste was. Maar net doordat deze de laatste is, kenmerkend anders.
De volgende morgen zal nieuw zijn, en troosteloos. Maar minder absoluut. Het doorbreken van reeksen ontaardt mijn wereldvreemde begoochelingen. Niet meer boos, en ook niet meer droef. Niet bozer, en niet droever. De nieuwe ochtend zal altijd dichter zijn van het midden van mezelf – niet bij het begin of eind.

Ik zit in de zomer in mijn leeggehaalde kamer. Open is het venster, en dit is mijn ansichtkaart. Ik heb mijn kamer ontmanteld en gedissecteerd in een hiërarchische opeenvolging van precieze incisies. Als de kamer leeg is, dan is ze vol en leeg. In een wipbeweging sleur ik mijn slinkende inboedel naar beneden, terwijl de kamer groter wordt. Ze vindt zichzelf terug zoals ze altijd was. Rond de luster, die er nog hangt, vliegen de vliegen. Nochtans, de lampen branden niet. Ik vraag me af of de vliegen nog zullen dansen, straks, als ik het licht pas echt voor altijd uitlaat. Vast niet, want de knip zal het venster vergrendelen. De vliegen zullen voortaan buiten leven, of binnen blijven en sterven. Als allerlaatste lichtje was er het nachtlampje in de kartonnen doos. Gewoon maar zo, simpel.
De vensterbank heb ik stofvrij achtergelaten. Met de spons erover en mijn sporen wrong ik uit in een emmer vervuilend zeepsop.

Het geurde af en toe naar afgebrande vliegenvleugeltjes in mijn kamer. Of vliegen zonder vleugels zien rondstrompelen, en vervolgens verharden aan de gele peer in mijn bureaulamp. Het gebeurde wel eens dat een vliegenlijkje ettelijke weken op mijn vensterbank bleef rotten. Mijn proefondervindelijk onderzoek wees uit dat vliegen noch rouwen noch aasgieren zijn.
Tegen muggen gebruikte ik citroenen in een schaaltje en zette dat op de vensterbank voor mijn open raam. Na een jaar bleef alleen een nachtzwarte braakbal over, die rook naar lijken op lemoen. Onder een ontkalkte straal water verstoof die haarbal van muggenpoten en citroenschilfers met de vlucht van aangeblazen as op de vensterbank. Roet zit intrinsiek in het eten.

Ik heb graag dingen te doen. Met veel zaken gelijktijdig te maken. Zodat er minder kans, minder tijd blijft om niks te kunnen doen.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home