Sunday, June 26, 2005

bijvoorbeelden #8

Een lelijk lief
Als een dief
in de nacht
houdt gij mij
in uw macht
o zo zacht
tracht ik
u te beklijven
aan u te kleven
als kronkelende lijven
tevergeefs ondanks
al uw praal
en al uw pracht

en ook als ge lacht
o zo zacht
ziet gij niet
hoezeer ik naar u smacht
vooral als ge lacht
o zo zacht

mijn handen beven
ook als ik slaap
en roepend van u droom
ook als ik schrijf van nonkels en neven
tollend van de schroom
[of wat had ge gedacht?]
[dat ge me versmacht]
[met al uw wijsheid in pacht?]
[ uw zever in bakskes,]

[Hou u vast aan uw takskes,]
[De appel drinkt]
[Van dezelfde wortel]

ik zie een boom
de takken bepakt
met appelen zo loom
uw verhaspelde tact
als lucht zo loos

ik laat me veilig glijden
op de golvende tonen
van mooie woorden
en akkoorden van
klanken die ik zelf koos

en toen ik gleed
in al mijn leugens
in al mijn leed
o zo prachteloos
liet ge me niet plenzen
in al mijn angst
in al mijn zweet
ook goedheid kent grenzen
dacht ik lang bang
verkeerd nu blijkt
als ik zie hoe hij
en gij naar me kijkt
in het lang
in het breed
tot alle leed
was verzweet

‘in de naam van de vader’
herinner ik mij
een goddelijke vader
zijt gij
gij zijt
mijn god, de vader
mijn lijzige lief
als ik jank
zonder beeld
zonder klank
sluit gij mij
in uw macht
elke dag, elke nacht
ge zijt zo lief
als ge lacht
in al uw praal
met al uw pracht
en o zo zacht

0 Comments:

Post a Comment

<< Home