Wednesday, February 28, 2007

a slow

Het wordt langzamer
Donker. Onder hoogspanning
Kabels door, en blauw tussen
Rood dat zwart wordt. De
Trein penetreert dat wat
Ik vroeger getekend zou hebben
Dat wat mij vroeger getekend heeft.
Nu zwijg ik slechts nog.
Dichten gebeurt waarschijnlijk
Wel altijd op conditionele wijze.
[de mensen zouden]
of zou dat een levenswijze zijn?














Een man met een tulband
Als een sultan of fakir hypnotiseert zichzelf
In de spiegeling van wat eens een slagveld was
Nu nog slechts kolen ’s winters
’s zomers radijzen, verloren vijzen in alle seizoenen
onder treinen verzuchten vluchtelingen
nog een laatste keer.

Bijna honderd jaar later
En de littekens liggen nog in het landschap
Daaronder de vaders van de man met de tulband
En andere zwijgzame namen in het vensterglas
Er zijn geen grenzen meer
Maar het séé péé eu verdeelt mij meer van hen
Dan grenzen. Ik woon
Als onder een koptelefoon
Die mij door de jaren en talen en plaatsen shufflet













Het wordt langzamer
Klaar, naarmate van het mogelijke
Benevel ik en beweeg jij
Onverstoorbaar verder door mij

Wij zijn mijn huid
En ik wou nog wel zo olifant zijn
Tegen hedendaagse jagers – nu nog
Alleen bijna honderd jaar later

Niemand is ooit te laat geboren
Of op tijd – als kanker knaagt ze
De tijd, langzamer dan ooit tevoren,
Aan de wonden van mijn wereld




1 Comments:

Blogger Jezusprins Achilles said...

Beter gelezen, herkend,...
x

Tuesday, 10 April, 2007  

Post a Comment

<< Home